Geen succesvolle innovatie zonder te falen

We proberen zoveel mogelijk onzekerheden weg te nemen door op hoog tempo verschillende aspecten van het idee te testen en te verbeteren. Want onzekerheden staan gelijk aan risico. Risico dat een product toch niet zo werkt als je voor ogen had. Risico dat dit toch geen oplossing is voor het klantprobleem. Risico dat de klant toch niet bereid is om dit product af te nemen. Deze manier van werken is anders dan hoe corporates vaak te werk gaan. Een corporate heeft namelijk van oorsprong vaak de neiging om grootse plannen te bedenken, een nieuwe oplossing volledig uit te werken en daarná pas aan de klant te tonen. Om er op dat moment pas achter te komen dat de oplossing helemaal niet aanslaat bij de klant.

Als je op deze manier te werk gaat, is de kans groot dat je te veel tijd, geld en energie investeert in ideeën die niet werken. Dit maakt het op een later moment veel moeilijker om de stekker uit een idee trekken. Je komt terecht in een cirkel waarbij het voelt alsof je eigenlijk niet meer mag falen, omdat je in een eerder stadium niet genoeg ‘mislukte’ experimenten hebt uitgevoerd. Daarnaast had je deze tijd, geld en energie ook kunnen besteden aan een kansrijker idee.

Juist! Maar daar moet een organisatie dan natuurlijk wel de ruimte voor bieden. Laten we voorop stellen: als je al jouw aannames direct valideert, dan is dat natuurlijk fantastisch. Maar de meeste ideeën schoppen het niet meteen tot baanbrekende innovaties. Zolang jij de ruimte krijgt om te falen bij het testen van je aannames, doe je waardevolle nieuwe inzichten op die je wél in de juiste richting duwen. Dit zorgt ervoor dat we uiteindelijk de meest kansrijke ideeën doorontwikkelen.

Ook bij Centraal Beheer wisselen we innovatiesuccessen af met kleine en grotere mislukkingen. Zo ontdekten we bijvoorbeeld, na de lancering van 1 van onze diensten, dat we ergens in het innovatieproces een afslag hadden genomen die we niet genoeg gevalideerd hadden. De manier waarop we de dienst aanboden sloeg daardoor niet aan. Terwijl er echt een duidelijk klantprobleem was en de mogelijkheid voor ons om de klant te helpen met het probleem. Door een stapje terug te doen, en onze dienst tijdelijk uit de markt te halen, kunnen we er nu twee vooruit zetten. De ruimte die wij hierin kregen om te ‘falen’ hielp ons om te leren. En zo onze werkwijze te verbeteren.

Daar tegenover staat dat ik vaak nog een cultuur ervaar waarin we elkaar vooral vertellen over onze succesverhalen. We staan veel minder vaak stil bij de initiatieven die het niet halen. Zolang we dit niet doen, kan het best persoonlijk voelen als de stekker uit jouw idee wordt getrokken. Een leermoment, eigenlijk een duwtje in de goede richting, kan op deze manier voelen als een persoonlijke nederlaag.

Dus laten we dit eens omdraaien. Laten we elkaar vertellen wat goed gaat, maar ook wat minder goed gaat. Laten we waardering uitspreken voor alles wat we leren. Laten we uitglijders vieren. Laten we op deze manier de energie voor innovatie in leven houden. Zodat we met z’n allen nieuwe ideeën blijven onderzoeken. En super gave oplossingen voor onze klanten kunnen blijven maken.

En ohja.. is falen dan een doel op zich? Ik denk van niet. Ik denk dat falen ons belangrijkste middel is om te kunnen slagen.

Benieuwd naar voorbeelden van pilots, projecten of diensten van het Innovatielab van Centraal Beheer? Bekijk onze website of stuur me even een berichtje!